Comenius museum en onderwijshervorming
Het Comenius museum in Praag is gewijd aan de Tsjech Jan Ámos Komenský, pedagoog, filosoof en theoloog, die wordt beschouwd als de vader van het moderne onderwijs. Hij was een voorstander van onderwijs voor zowel jongens als meisjes, de bedenker van het leesplankje, schreef leerboeken en ontwierp een nieuw schoolsysteem.
Het Comeniusmuseum, de tentoonstelling
De tentoonstelling is gewijd aan de nalatenschap van Jan Ámos Comenius en toont in chronologische volgorde de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen van het Tsjechische onderwijs. Het geeft een samenvatting van de geschiedenis van het lesgeven en leren vanaf de middeleeuwen tot heden.
Klaslokaal uit de Eerste Tsjechoslowaakse Republiek (1918-1938)
Dit voorbeeldklaslokaal zitten twee leerlingen naast elkaar op schoolbanken met een schuin bureaublad en klapzittingen. Aan de bovenkant zijn ingebouwde inktpotjes en een pennenbakje.
In deze tijd hielden veel leraren, architecten en artsen zich bezig met de vraag hoe een modern en gezond schoolgebouw eruit zou moeten zien. De meeste scholen waren stoffig en tochtig daarom kregen nieuwe scholen grote ramen, ventilatiemogelijkheden en centrale verwarming.
De aanbevolen grootte van de klaslokalen was 9 meter lang zodat de leerlingen vanaf de achterbanken tot aan het bord konden kijken en 6 meter breed zodat ook op alle rijen genoeg licht binnenviel. In de klas zaten maximaal 60 leerlingen. Aan de muren hingen didactische wandplaten en landkaarten als visuele leermiddelen.
Klaslokaal uit de socialistische tijd (1948-1989)
In deze periode kregen de schoolgebouwen betere verlichting en ventilatie. De afmetingen bleven hetzelfde maar nu geen 60 leerlingen maar 40 leerlingen per lokaal. Er kwamen ruimtes gescheiden van het klaslokaal, om buitenschoenen te wisselen voor binnenschoenen en om de jassen op te hangen. Dit was een grote vooruitgang omdat zo de klaslokalen minder stoffig waren.
De schoolbanken werden vervangen door tafels en stoelen. De onderwijzer kreeg een bureau met laden. Het schoolbord, zwart of groen, was schuifbaar of draaiend.
Het schoolbord werd ook gebruikt om visuele hulpmiddelen op te hangen, vooral landkaarten of didactische wandplaten, maar in de jaren 1980 werd dit vervangen door moderne technologie zoals dia's en filmprojectie.
Vooral in de jaren 1950 hadden de wandplaten een sterke ideologische ondertoon: Zegevierend februari 1948, de bevrijding van Praag door het Rode Leger. Ze bleven hangen tot 1989.
In de jaren zeventig en tachtig kwamen er nieuwe wandplaten waarop afgebeeld beroepen van de arbeider of de prestaties van de coöperatieve landbouw. Maar er waren ook neutrale afbeeldingen van bomen, dieren, Tsjechische of Russische grammatica, wiskundige formules, enz. Het doel van de wandplaten was onbewust kennis verwerven door middel van afbeeldingen.
Een nieuw element in het klaslokaal was het prikbord onderhouden door leerlingen bij toerbeurt. Hierop kwamen de datum van politieke herdenkingen maar ook actualiteiten en informatie over collectieve acties of vrijwilligerswerk.
Jonge pioniers
Jonge pioniers droegen rode halsdoeken en werden geacht lid te zijn van de communostiche jeugdbeweging. Een goede pionier deed zijn best op school om zo een goede 'opbouwer van het socialisme' te zijn. Zo bereidden zij zich voor op het lidmaatschap van de Tsjechoslowaakse Jeugdunie, ČSM, Československý svaz mládeže, om zo goede socialistisch-denkende burgers te worden.
Comenius de onderwijsvernieuwer
Comenius introduceerde een aantal onderwijsconcepten en innovaties, waaronder leerboeken met plaatjes geschreven in de moedertaal in plaats van in het Latijn met alleen tekst. Hij legde de nadruk op logisch denken in plaats van uit het hoofd leren. Ook was hij de uitvinder van het leesplankje, een plaatje met daaronder een korte tekst met betrekking tot de afbeelding.
Nieuw schoolsysteem
Comenius was een van de eersten die het belang van het onderwijs aan zeer jonge kinderen inzag. Hij schreef een boekje speciaal bedoeld voor moeders, hoe zij hun kinderen van jongs af dingen konden leren die later op school aan de bod kwamen.
Hij stelde een nieuw schoolsysteem voor: kleuterschool tot 6 jaar, school in de volkstaal van 6 tot 12 jaar, Latijnse school voor 12 tot 18 jaar en universiteit. Onderwijs gebaseerd op verdienste en prestatie. Hoewel zijn voorstel voor dit schoolsysteem tegenwoordig de norm is, werd zijn werk na zijn dood vrijwel genegeerd. Eind negentiende eeuw werd het herontdekt en vrijwel over ter wereld toegepast.
Comenius in Amsterdam
Comenius (1592-1670) een Tsjechische filosoof, pedagoog en theoloog vluchtte in 1628 tijdens de Dertigjarige Oorlog naar Nederland, op zoek naar religieuze tolerantie en intellectuele vrijheid. Zijn zoektocht naar een veilige haven bracht hem naar Amsterdam, waar hij een plek vond die hem de mogelijkheid bood om zijn ideeën over onderwijs verder te ontwikkelen.
Nederland stond destijds bekend om zijn culturele diversiteit en liberaal klimaat, waardoor het een aantrekkelijke bestemming was voor intellectuelen die hun denkbeelden wilden delen zonder angst voor vervolging. Comenius geloofde in onderwijs als een krachtig instrument voor sociale vooruitgang en vond in Nederland een omgeving die zijn progressieve ideeën verwelkomde.
Hoewel hij in Amsterdam stierf, ligt hij begraven in Naarden in de Waalse kapel die is omgevormd tot een Comenius-mausoleum. Het leven van Jan Amos Comenius en zijn werk worden getoond in het Comenius Museum in Naarden naast het Mausoleum.
Adres: Comenius Museum, Nationaal pedagogisch museum en bibliotheek van Jan Ámos Comenius, Valdštejnská 18, Mala Strana, Praag
Openingstijden: dinsdag t/m zondag 10.00-17.00 uur
Lees ook: Comenius Museum in Mausoleum in Naarden
Volgend artikel: Hoe was het leven in Communistisch Praag?
Vorig artikel: Communisme Museum: geheime politie en lege winkels
foto's Marianne Crone