




Metro van Praag betrekkelijk jong en gebruiksvriendelijk
De metro van Praag opende in 1974 en is betrekkelijk jong vergeleken bij die van Londen (1863), Parijs (1900) en Moskou (1935). Wat architectuur betreft is de Praagse metro een vereenvoudigde versie van de metro in Moskou. Dat is niet te verwonderen want het netwerk is aangelegd tijdens het communistisch regime en volgens Russisch voorbeeld. Ook het rollend materiaal was Russisch van origine.
De Praagse metro vervoert ongeveer 620 miljoen passagiers per jaar, rijdt frequent en is gebruiksvriendelijk. Er zijn drie lijnen met in totaal 62 kilometer aan sporen die grotendeels ondergronds lopen, en 61 stations. Er worden nog steeds nieuwe stations toegevoegd aan de bestaande lijnen. In 2029 zal de nieuwe lijn D klaar zijn.
Het prille begin van de metro
Het allereerste idee voor een ondergronds netwerk in Praag werd geopperd in 1898 door ingenieur Ladislav Rott, de oprichter van de V.J. Rott-maatschappij, gehuisvest in het U Rottu huis op Male Namesti. Zijn plan kwam op het moment dat delen van de oude stad werden gesloopt wat samenviel met het in gebruik nemen van een nieuw rioolsysteem en waterzuiveringsinstallatie. Zijn plan was om tegelijk tramtunnels aan te leggen maar het stadsbestuur was tegen en het het bleef bij een voorstel. Meer over het rioolmuseum.
De metro komt in beeld
In 1926 kwam het ondergrondse netwerk weer op de agenda en viel voor de eerste keer het woord: metro. De initiatiefnemers waren Vladimir List en Bohumil Belada. Op metrostation Museum is een herdenkingsplaquette te zien. Aanvankelijk was het idee om een ondergronds tramnetwerk aan te leggen. In 1931 werd er een wedstrijd uitgeschreven 'hoe het vervoersprobleem in Praag op te lossen.' Een jaar later kwam het besluit om de metro te bouwen zoals we die nu kennen. De Tweede Wereldoorlog vertraagde het project en ook na de oorlog lagen alle werkzaamheden stil vanwege de slechte economische situatie.
De aanleg van het huidige metronetwerk
In het begin van de jaren zestig kwam de aanleg opnieuw op de agenda. Het plan was nog steeds een ondergronds tramnetwerk. In 1966 begon de daadwerkelijke bouw van het eerste station, Hlavní Nádraží, maar wel op basis van een ondergronds tramnetwerk. Hlavní Nádraží metrostation op lijn C heeft dan ook een andere opzet dan de rest van de metrostations: een dubbelspoor met aan weerszijden een perron, terwijl stations ontworpen voor de metro een centrale toegangshal hebben met aan weerszijden een perron met enkelspoor.
Het metronetwerk in 1974
De aanleg van de rode lijn C
In 1967 kwam het besluit om een echt metrosysteem te bouwen en geen ondergrondse tramlijnen. Dergelijke metrosystemen waren in de Sovjet-Unie in de mode en de Communistische Partij in Tsjechië volgde graag wat daar gebeurde. Ook het importeren van Sovjet-metrotreinen was een politieke beslissing. De bouw begon, wel moest het hele project gewijzigd worden van tram naar metro.
Op 9 mei 1974 was de eerste metrolijn een feit: lijn C van Sokolovská (nu Florenc) via, Hlavní nádraží, Muzeum, I.P. Pavlova, Gottwaldova (nu Vyšehrad), Pražského povstání, Mládežnická (nu Pankrác), Budějovická naar Kačerov. De stations op lijn C zijn gebouwd volgens cut-en-cover methode. Graafapparatuur maakt een groot gat dat wordt bedekt met een betonnen dek. Zodra dit op zijn plaats is, kan het leven bovengronds doorgaan terwijl de bouwwerkzaamheden beneden aan de gang zijn.
Uitbreiding lijn C
1980: in zuidelijke richting met vier nieuwe stations Primátora Vacka (nu Roztyly), Budovatelů (nu Chodov), Družby (nu Opatov) en Kosmonautů (nu Haje). Deze uitbreiding bedient de wijk Jižní Město (zuid-stad) de grootste en dichtste woonwijk in Praag.
Uitbreidingen:
1984, 2004 en 2008 waren in noordelijke richting 1984: twee nieuwe stations Vltavská en Nádraží Holešovice.
2004: opnieuw twee nieuwe stations Kobylisy en Ládví.
2008: drie nieuwe stations Střížkov, Prosek and Letňany
De aanleg van de groene lijn A
In 1978 ging het eerste traject van lijn A open met zeven stations tussen Leninova (nu Dejvická) en Náměstí míru met een overstapstation op Muzeum. Terwijl alle stations op lijn C waren gebouwd volgens de cut-and-cover-methode, is lijn A gebouwd met boortechniek. Lijn A ligt diep onder de grond zodat de fundamenten van de huizen niet beschadigd zouden raken. Náměstí míru is met een diepte van 52 meter het diepstgelegen metrostation in Praag.
Gekleurde panelen
De stations tussen Dejvická en Náměstí míru zijn identiek van ontwerp, de muren zijn bekleed met een herhaling van holle en bolle vormen. Alleen de kleurschakering verschilt van station tot station. De kleuren zijn niet willekeurig gekozen maar reflecteren de plaats waarnaar de stations zijn vernoemd.
* Het goud van Hradčanská symboliseert de Praagse Burcht.
* He groen van Malostranská vertegenwoordigt de omliggende Koninklijke Tuinen.
* Het bloedrood van Staroměstská verwijst naar de moorden op 27 Tsjechische edelen tijdens de Opstand van 1621.
* Het bruin van Muzeum staat voor de versterkte muren die hier ooit stonden.
* Het blauw van Náměstí Míru (Vredesplein) is de kleur van de vrede.
* Het paarsrood van Flora verwijst naar de wijngaarden van Vinohrady.
Uitbreiding lijn A
1980: in oostelijke richting, drie nieuwe stations Jiřího z Poděbrad, Flora en Želivského.
1990: in oostelijke richting, twee stations, Strašnická en Skalka als eindstation.
2006: nieuw eindstation Depo Hostivař, gevestigd in een treinremise.
2015: uitbreiding naar het westen, vier stations, Bořislavka, Nádraží Veleslavín, Petřiny, en Nemocnice Motol. Veleslavín werd het overstapstation van metro op bus en op tram, een functie die tot 2015 door Dejvická werd vervuld.
Roltrappen in metrostation Nádraží Veleslavín
Nádraží Veleslavín is het overstapstation op de bus naar de luchthaven. Bij de bouw van het station in 2015, vond de stad Praag het niet nodig om roltrappen naar straatniveau aan te leggen. Dat bleek onhandig in de praktijk omdat veel passagiers met zware koffers liepen te zeulen. De oplossing was: kruiers! Uiteindelijk kwamen er in 2018 alsnog roltrappen maar ze zijn 30% smaller dan op andere stations. Elkaar passeren, vooral met koffers, is vrijwel onmogelijk.
De aanleg van gele lijn B
In 1985 opende het eerste traject van lijn B met zeven stations van Smíchovské nádraží naar Sokolovská (nu Florenc).Tussen de stations Hůrka en Lužiny rijdt de metrotrein door een gesloten metalen buis met dubbelspoor en een lengte van 375 meter en 17 meter boven de grond. Een interessant detail is de geleidelijk toenemende aantal ramen van de buis, die voorkomen dat machinisten verblind worden wanneer de metro de tunnel inrijdt. Vanaf dit moment heeft het metronetwerk drie overstapstations Můstek voor lijn A en Sokolovská (nu Florenc) voor lijn C en Muzeum voor lijn A en C.
Uitbreiding lijn B
1994: uitbreiding naar het westen met vijf stations, Hůrka, Lužiny, Luka, Stodůlky en eindstation Zlicin.
1998: uitbreiding naar het oosten, van Českomoravská naar Černý Most, maar de stations Kolbenova and Hloubětín werden voorbijgereden.
Borstbeeld van Emil Kolben op station Kolbenova
Spookstations
Kolbenova metrostation was van 1998 tot 2001 een spookstation. Het was vaag verlicht en de treinen verminderden vaart. Metrostation Hloubětín was ook een spookstation, maar slechts één jaar, van 1998 tot 1999.
Boven de grond was de ČKD, Českomoravská Kolben-Daněk, een zware-machinefabriek, opgericht in 1896 door Emil Kolben, naar wie het metrostation Kolbenova vernoemd is, gekonfiskeerd door de Nazi's en genationaliseerd door het communistische regime. Hier werden de rode ČKD Tatra trams gemaakt. Na de Fluwelen Revolutie in 1989 werd de fabriek geprivatiseerd. In 1992 stopte de produktie van de trams en in 2002 ging de fabriek failliet.
De stations Kolbenova en Hloubětín waren ontworpen om veel arbeiders van en naar de fabrieken te vervoeren. Toen het industriegebied nieuw leven werd ingeblazen gingen de stations pas weer open.
De aanleg van blauwe lijn D
Metrolijn D zal klaar zijn in 2029. De aanleg is inmiddels van start gegaan. De lijn is 10,6 km lang en maakt gebruik van twee bestaande stations, Náměstí Míru en Pankrác en acht nieuw te bouwen stations. Lijn D is volautomatisch en gaat met onbemande treinen rijden.
Plannen voor een cirkellijn
Er bestaan plannen voor een cirkellijn met een lengte van 36 kilometer en 23 stations waarvan een aantal reeds bestaande. Deze nieuwe lijn zou gaan van Podbaba treinstation via Dejvice, Smichov, Palace, Budějovice, Vršovice, Zizkov, Vysočany, Čakovice en dan via het noorden terug naar Podbaba. Als alles doorgaat en goedgekeurd wordt, zal in 2033 begonnen worden met de aanleg.
Metrostations veranderen van naam
Sinds de Fluwelen Revolutie veranderden de voormalige Sovjetnaam van veertien metrostations, maar de kunstwerken in een aantal stations die herinneren aan het Communistiche verleden bleven behouden: een reliëf van Lenin in Dejvická, voorheen Leninova, en een muurschildering met het communistische Russische ruimteprogramma in Háje, voorheen Kosmonautů.
Tot 1990 stond het station Anděl bekend als Moskevská (station van Moskou). In 1985 werd het op dezelfde dag geopend als het station Prazhskaya (Praag) van de metro van Moskou. Het bevat verschillende kunstwerken die de Sovjet-Tsjechoslowaakse vriendschap beklinken. Ook het trein- en metrostation Smíchov, heeft enkele van de best bewaarde voorbeelden van communistische kunst die nog in Praag te vinden zijn.
Metro van Praag: wetenswaardigheden
* Lijn A heeft 13 stations en een lengte van 11 km
* Lijn B heeft 24 stations en is 25,5 km lang
* Lijn C heeft 20 stations en is 22 km lang
* Lijn D heeft 10 stations en is 10,6 km lang (geplande opening 2029)
* De gemiddelde snelheid van de treinen is 36 km per uur
metrotrein van Russiche fabrikaat
* Met meer dan 620 miljoen passagiers per jaar (of 1,7 miljoen mensen per dag), is de Praagse metro een van de drukste metronetwerken in Europa.
* In 1968 won Tatra Smíchov onderdeel van van ČKD Praha Concern de aanbestedingsprocedure voor de levering van wagons voor de Praagse metro. Maar dat werd op 1 januari 1971 geannuleerd en de keuze viel nu op verouderde en zwaargewicht Sovjettreinstellen.
* De aanleg van de eerste lijn liep vertraging op en lijn C ging pas open in 1974 omdat de Sovjet-gebouwde treinen te zwaar waren voor de Nusle brug. De rails en het station hangen onder de brug die verstevigd moest worden.
* Op 21 februari 1990 veranderen 14 metrostations van naam om alle verwijzingen naar het voormalige communistische regime te verwijderen. Leninova werd Dejvická (lijn A), Mosveska is nu Anděl (lijn B), Gottwaldova heet nu Vyšehrad (lijn C) en elf andere stations.
* Op een aantal stations zijn kleine zilverkleurige bordjes die aangeven hoe hoog het water stond bij de overstromingen in augustius 2002. Negentien stations kwamen toen onder water te staan. Maandenlang bleven ze gesloten en vervoer werd gedaan door extra bussen en trams. De zwaarst getroffen metrostations waren in de wijk Karlín: Křižíkova en Invalidovna die pas weer open gingen in maart 2003.
* 's Nachts staan de treinen in een van de drie treinremises Depo Kačerov, Depo Hostivař en Depo Zličín, waar zij ook onderhouden worden.
* Het openbaarvervoerbedrijf van Praag is Dopravní podnik hlavního města Prahy afgekort tot DPP. Het bedrijf beheert niet alleen de metro maar ook trams, bussen, veerboten, de Petřín kabelbaan en de stoeltjeslift in de dierentuin.
remise Zlicin
Lees verder:
Revolutie in de metro: naamswijziging van 14 stations
Metrostations als snelcursus geschiedenis
foto's: Marianne Crone, Wiki Commons en Prague Vitruvius